Wie wordt blij van blije plekken?

Groen is gezond, want mensen in een groene omgeving zijn fitter en gezonder. Een no-brainer voor hedendaagse architecten en stedenbouwers. Daar komen nu de blije plekken (Happy Places) bij, want: “de invloed van de gebouwde omgeving op de mentale gezondheid is veel groter dan gedacht”, aldus de kop van een artikel op www.gebiedsontwikkeling.nu van de TU Delft. Zo geeft gebiedsontwikkeling zichzelf een prominente rol in de bevordering van gezondheid en geluk. Er zit vast wat in (ik wil geen wetenschapsontkenner zijn) maar er valt ook wel op af te dingen.

Er is veel onderzoek dat aantoont dat mensen in een groene wijk beter gedijen dan in een versteende omgeving. Ze bewegen meer, voelen zich fitter en hebben minder gezondheidsklachten. Of daarmee oorzaak en gevolg gegeven zijn, staat nog te bezien. Het voorbeeld van een grote stadsuitbreiding als de Amsterdamse Bijlmermeer heeft in het laatste kwart van de vorige eeuw al laten zien dat ook over een no-brainer beter nog eens nagedacht kan worden. In het megaproject bezuiden de stad Amsterdam werd een Le Corbusier-achtig stadsdeel gebouwd voor de Amsterdamse middenklasse. Honingraatflats combineerden een hoge bevolkingsdichtheid met een geraffineerd spel van zichtlijnen over groen en waterpartijen. Het verkeer was verbannen naar doorgaande hoge dreven en de groene tussenruimte bood volop veilige gelegenheid aan fietsers en wandelaars.

‘Er is veel onderzoek dat aantoont dat mensen in een groene wijk beter gedijen dan in een versteende omgeving’


Vervolgens werd Suriname onafhankelijk en de rest is geschiedenis. Of iets minder kort door de bocht: de migratie moest worden opgevangen en op wat autochtone ‘Bijlmer-believers’ na, gaf de Amsterdammer uit de verloederde wijken vervolgens de voorkeur aan de nieuwbouw in Almere, Purmerend en Hoorn. In de Bijlmer ging uiteindelijk een groot deel van de honingraatflats tegen de vlakte ten gunste van traditionele eengezinswoningen met de auto voor de deur.

Sporten omdat je gezond bent

Er valt te twisten over de vraag of de Bijlmer is mislukt door een ongelukkige samenloop van historische omstandigheden of ten onder ging aan een maakbaarheidsidee dat niet opgewassen bleek tegen de werkelijkheid. Aan het groen in de wijk of de stimulans tot bewegen van de parkachtige omgeving heeft het niet gelegen. De Bijlmer liet zien dat stedenbouwers, landschapsontwikkelaars en verkeerskundigen het afleggen tegen sociaaleconomische en -culturele gegevenheden met alle gevolgen voor gezondheid en geluk van dien.

Nu is de Bijlmer maar een casus en van casuïstiek moeten we het uiteindelijk niet hebben. Nee, er zijn heel wat groene stadswijken te noemen waar je prettig leeft, beweegt en gemiddeld een stuk gezonder af bent dan elders. Maar zijn dat niet net de wijken die toch al aantrekkelijker waren en dus hoger opgeleide mensen trekken die gemiddeld significant gezonder zijn? En zelfbewuste, gezonde mensen doen aan sport en bewegen. Want voor wie gezond is en ‘prettig in zijn vel zit’ zijn sport en bewegen plezierig met als bonus het gevoel dat het allemaal eigen verdienste is.

Voor minder gezonde mensen in die andere wijken voelen sport en beweging onveilig en helemaal niet prettig. Het is veeleer een zoveelste confrontatie met eigen onvermogen bovenop die van de dagelijkse ervaring zonder sport. Kortom: sporten doe je omdat je gezond bent, niet omdat je er gezond van wordt.

Mentale gezondheid en gebiedsontwikkeling

Hiervoor ging het nog vooral over het fysiek welbevinden in relatie tot de gebouwde omgeving. In de Amerikaans onderzoeken – waarover Jasper Monster het heeft op gebiedsontwikkeling.nu – gaat het met name om de mentale gezondheid. Ook in Nederland ontdekken onderzoekers het thema inmiddels voor afstudeerscripties. Verschillende Amerikaanse onderzoeken trekken, volgens Monster, dezelfde conclusie: de invloed van gebiedsontwikkeling op de mentale gezondheid van gebruikers van die omgeving is veel groter dan altijd gedacht. De cijfers voor depressie en angststoornissen liggen voor bewoners van dichtbevolkte steden veel hoger dan voor mensen daarbuiten.

‘De invloed van gebiedsontwikkeling op de mentale gezondheid van gebruikers is óók groter dan gedacht’


Het is jammer dat Monster niet aangeeft waarmee die dichtbevolkte steden dan wel zijn vergeleken, want juist de grote Amerikaanse opiatencrisis – massale verslaving aan pijnstillers en kalmeringsmiddelen – begon bij de witte inwoners van het verarmde platteland om pas daarna uit te breiden naar met name de zwarte binnenstedelijke bevolking.

Hoe dan ook, er is sprake van groot geestelijk lijden en een mooie opdracht voor gebiedsontwikkelaars, stedenbouwers en architecten. Wat in de gebouwde omgeving zorgt dan, volgens de onderzoekers, voor die grootstedelijke mentale stress? Om te beginnen het gebrek aan groen waaraan wij als gevolg van onze biologische afstamming behoefte zouden hebben. En dan natuurlijk drukte, geluidsoverlast en luchtvervuiling.

Safe Spaces Happy Places?

Daarnaast speelt het gebrek aan een ‘verhaal’ dat ons helpt de omgeving te lezen en door de ruimte te navigeren. Zo zou klassieke laagbouw beter passen bij onze ‘menselijke maat’, geeft een afwisselend straatbeeld houvast en past klassieke symmetrie beter bij de herkenningsfuncties van ons brein.

De grote spiegelende vlakken van de grootstedelijke hoogbouw bieden niet die menselijke maat, dat houvast en die herkenning. Hierdoor gaan de ogen en het brein dwalen en verzwakt de sociale interactie in het publiek domein. En dat is weer slecht voor de buurtbinding en de kansen op het welslagen van buurttuintjes en andere bewonersinitiatieven. Omgevingen waar dit soort stressfactoren en distracties doelbewust zijn uitgebannen, worden in Amerika ondertussen Happy Places genoemd.

De actieagenda voor de Happy Places komt natuurlijk erg bekend voor. Het is de agenda van de hippiemoeder aller progressieve stedenbouwers: Jane Jacobs. Het ideaal van het inmiddels ruimschoots gegentrificeerde Williamsburg en andere plekken waar jonge progressieven neerstreken te midden van de crisis en afbraak in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Om er kunst te maken in leegstaande werkplaatsen, groente te verbouwen op braakliggend terrein en te wonen in de oude symmetrische huizen met een stoep ervoor.

Die beweging heeft veel goeds gebracht, maar is nu nauwelijks nog een toekomstgerichte agenda te noemen. In de gedaante van de Happy Places gaat ze zelfs een beetje zeuren en claimen. Alsof er een recht op een stressvrije stad bestaat. Daarin zijn de Happy Places het zusje van de Safe Spaces waarin alles verboden is wat een ander maar zou kunnen kwetsen. Begin zo’n Happy Place maar op de hei en laat de stad een arena blijven waar kwetsbare belangen en meningen een plek hebben, maar ook vrijelijk strijden met andere partijen en inzichten.

Bas van Horn

Deze column verscheen bij romagazine.nl op 22 juli 2021