Ruimtelijk ordenaars, planners en stedebouwers zijn dol op het begrip ‘opgave’. Een recente studie van Regioplan verkent de ‘opgaven op mesoniveau’. De vereniging Deltametropool en het Jaar van de Ruimte spreken in de juliversie van het manifest Nederland 2040 zelfs van ‘zes onvermijdelijke opgaven voor de komende vijfentwintig jaar’.
De liefde voor het woord opgave zegt iets over de dienstbaarheid van de ruimtelijke ordening en ook iets over de technocratische traditie die we daarin hebben. Een opgave is volgens Van Dale gewoon een taak. Het doel is door anderen geformuleerd, wij zorgen voor de meest doelmatige en efficiënte oplossing. Een benadering met een hoog TINA-gehalte (there is no alternative).
Het manifest-in-wording ‘Nederland 2040’ stelt in de introductie: “Het Nederland van 2040 vraagt nu om politieke keuzes.” Zeg ons wat we moeten doen, smeekt de beroepsgroep eigenlijk. Want dan kunnen we onze actiehouders met doorzettingsmacht in stelling brengen voor het rijtje concrete acties dat we maar vast hebben opgesteld. Zo kennen we onze ordenaars weer.
Toch is die vraag om politieke keuzes best gek, want in het lijstje van de zes gekozen opgaven staan er twee waarin de politieke keuzes al gemaakt zijn, drie waarover we het als samenleving eerst nog maar eens moeten hebben voor de politiek haar keuzes maakt en eentje waarbij geen politiek nodig is, alleen meer praktijkervaring.
In de energietransitie moet alles – ook fysiek – vooralsnog wijken voor de doelstellingen van het Energieakkoord. Voor de wateraanpak ligt er een nieuw Deltaplan en volop mandaat voor versnelling. Aan de slag dus planners en ontwerpers, lijkt mij.
Met die stedelijke netwerken zijn we er nog niet uit: alle ballen op Amsterdam of de vertrouwde Randstad verpakt als metropoolmodel met ‘borrowed size’? Ik geloof niet dat die discussie buiten de beroepsgroep al sterk leeft, maar relevant is hij daar zeker. Dan de zorg voor een gezonde leefomgeving. Iedereen voor, maar hoe ver mag de betutteling met uitnodigende trappen en verborgen liften gaan?
Integreer technologie en ruimte. Prima! Maar hoe dan? Iedere spreker begint tegenwoordig met de disclaimer dat hij geen glazen bol heeft. De opkomst van internet en de mobiele telefoon leert dat we nog geen vijf jaar vooruit kunnen kijken. En de technologische ontwikkeling gaat steeds sneller. Ga er maar aan staan.
Vrijer hergebruik van ruimte krijgt met de Omgevingswet al een zetje en is verder een kwestie van praktijkervaring. De RO-wereld moet dus niet om politieke keuzes vragen, maar werk maken van het eerste van de vijf door het Jaar van de Ruimte geformuleerde ontwikkelprincipes: ‘benut maatschappelijke energie’.
Bas van Horn
Deze blog werd op 17 augustus 2015 gepubliceerd op de site van ROMagazine