Het buitenland lacht zich krom

Daags na het ‘koeiendansen’ – het vrije uitstootfestival voor weidegangers – publiceerde de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) het rapport Duurzaam en Gezond. Het rapport gaat over verduurzaming van het voedselsysteem en de noodzaak tot inkrimping van de veestapel. Geen nieuwe boodschap. De poster ‘Minder vlees mevrouw, u weet wel waarom’, van De Kleine Aarde uit Boxtel stamt al uit 1974.

Meer dan veertig jaar later riep de FAO in 2016 het ‘Jaar van de Boon’ uit, maar ook in 2018 krijgt de Rli de politiek nog altijd niet mee voor de boodschap: eet bonen in plaats van vlees voor milieu, klimaat en hoogstwaarschijnlijk uw gezondheid. En dat terwijl er geen speld tussen te krijgen is. Voor een kilo vlees is gemiddeld vijf kilo peulen en een heleboel water nodig. Die kunnen beter direct gegeten en gedronken worden. Dat geeft nog minder verzuring en broeikasuitstoot ook. Zo gaan we goed op weg om de mensheid gezond te voeden en de klimaatverandering te bestrijden.

Vaker een peertje schillen

Toch schoven de regeringspartijen het dringende advies van Rli tot inkrimping van de veestapel terzijde. CDA-woordvoerder Jaco Geurts meende zelfs dat het buitenland zich krom zou lachen als we het advies zouden volgen. Weten Geurts en de regering dan niet hoe het ervoor staat met de wereld en het klimaat? Jawel, maar ze gaan niet mee in de ‘Mammaloe-redenering’ van het bonenfront.

Voor de jongere lezers: Mammaloe was de vrouw van Pipo de Clown. Samen met haar man vertelde zij in de jaren zestig van de vorige eeuw op de NTS-televisie vanaf de bok van hun ezelwagen korte verhaaltjes voor het slapen gaan. Soms werden daarin wereldproblemen aangestipt, waarop Mammaloe steevast verzuchtte: ‘ach, als de mensen toch eens vaker een peertje zouden schillen’. Een advies waar toen al geen speld tussen te krijgen was. Wie peertjes schilt, kan niet tegelijkertijd ruziemaken of oorlog voeren.

Probleem met zowel het peertjes- als bonenadvies: de mensheid gaat niet zomaar meer peertjes schillen of bonen eten. En om het nu maar weer bij de peulen te houden: sterker nog, de armoede in de wereld loopt terug en de groeiende welvaart vertaalt zich in een stijgende eiwitconsumptie in de vorm van vlees en zuivel.

Zero Sum Game

De Rli erkent dat en haalt een scenario-studie van Odegard en Van der Voet uit 2014 aan. Daarin staat dat de huidige trend in consumptie van dierlijke producten niet verenigbaar is met de beperkte natuurlijke hulpbronnen. Op pagina 62 stellen de auteurs: ‘Ook bij maximale, wereldwijde efficiëntieverbetering is een voedselpatroon als dat van de geïndustrialiseerde wereld niet weggelegd voor de gehele wereldbevolking. Bij een rechtvaardige (gelijkwaardige) verdeling van hulpbronnen zal de westerse voedselconsumptie moeten verduurzamen.’

Ik weet niet of de Rli, dan wel Odegard en Van der Voet, bij die maximale efficiëntieverbetering aan optimale intensivering en industrialisatie van landbouw en veeteelt hebben gedacht, maar ze reduceren het vraagstuk hier in ieder geval tot een zero sum game. Er is één koek te verdelen en wat ze daar te weinig hebben, moet van het teveel bij ons komen. Het gaat uit van een eenvoudig arm-rijk schema dat samenvalt met ‘het Rijke Westen’ versus de rest en kiest de moreel superieure positie waarin wij onze ‘schuld’ aan de wereld inlossen door te verduurzamen. Dat is prachtig, maar zo werkt het niet.

Je kunt het ‘als wij het niet doen, dan doet een ander het’ van de regeringspartijen afdoen als laf ontlopen van verantwoordelijkheid, maar het is natuurlijk wel zo. De relevante sectoren in andere landen staan te trappelen om onze positie als meest efficiënte en grote speler in de groeimarkt van voedselproductie, -verwerking en – distributie over te nemen. Dat gaan we niet laten gebeuren en dat is maar beter ook.

De landbouw moet vaker ‘los van de grond’

Er zijn problemen met de intensieve landbouw: uitputting van de grond, uitspoeling van gewasbeschermingsmiddelen, aantasting van de biodiversiteit. En in de veehouderij zijn de hoofdpijndossiers niet minder. Denk aan het mestoverschot, dierziekten, dierenwelzijn, grootschalige ruimingen en gezondheidsrisico’s in dichtbevolkte regio’s zoals Brabant. Stalbranden, bizarre mestinjecteerpraktijken en de trage erkenning van de ernst van de Q-koortscrisis zijn schrijnende voorbeelden.

Daarom moet de landbouw ook vaker ‘los van de grond’ en horen die grootschalige veebedrijven niet meer op het platteland en die koeien niet in de wei. Kunnen ze beter een plek krijgen op industrieterreinen en in de havengebieden waar zonder onnodig vervoer diervriendelijk en met gecontroleerde uitstoot geproduceerd kan worden voor de export en de hoofdmoot van de binnenlandse vraag.

Dat is de techniek, wat blijft is de kwestie van de ethiek. Het idee dat wij in ‘het Westen’ de wereld (mensen, dieren, planten en grondstoffen) uitbuiten en uitputten voor onze onverzadigbare vraatzucht. Ook het Rli-rapport ademt op sommige plaatsen die sfeer. De werkelijkheid van nieuwe wereldverhoudingen en nieuwe elites die zich alles kunnen permitteren, is anders.

De wereld heeft er meer aan als Nederlandse z’n koppositie in efficiënte en duurzame voedselproductie behoudt

Ook ideeën over de omgang met natuurlijke hulpbronnen verschillen wereldwijd. Dat is geen kwestie van bewustwording die maar tot één uitkomst kan leiden. Bijna vijftig jaar na ‘Minder vlees mevrouw, u weet wel waarom’ blijven de biologische landbouw en veeteelt, de bonenbeweging en de Vegan-trend zelfs in ons land marginaal.

Reëel gezien heeft de wereld meer aan behoud van de Nederlandse koppositie in efficiënte en daarmee in veel opzichten ook duurzame voedselvoorziening. Misschien is het niet de reden waarom de regering het advies van de Rli negeert, maar is het gewoon bedienen van het gevestigde landbouwbelang. Hoe dan ook: voorlopig geen veestapelinkrimping of vleestaks.

Als we op termijn uit (misplaatst) schuldgevoel dan toch per se een nieuw front willen openen in de nationale cultuuroorlog door gewone mensen een betaalbaar stukje vlees te ontzeggen, het zij zo. Als we dan maar niet het idee hebben dat we daarmee een wereldprobleem oplossen.

Bas van Horn

Deze blog verscheen op 16 april 2018 bij ROmagazine.nl