‘Op de ouderwetse manier hooien, dat wordt echt een feest’. Zo citeert de Volkskrant (30-12-14) universitair docent en bioloog aan de Wageningen Universiteit, Patrick Jansen van de vereniging Mooi Wageningen. Jansen heeft zijn droom van een oude schoolplaat omgezet in een burgerinitiatief om een stuk grasland bij Wageningen aan te kopen, af te plaggen en met uitgekiend waterbeheer en veel vrijwilligerswerk om te vormen tot de arme grond waarmee de boeren tot diep in de vorige eeuw nauwelijks iets wisten aan te vangen. Met muggenorchis en klokjesgentiaan, dat dan weer wel.
En mooi voorbeeld van maatschappelijk initiatief dat armlastige overheden een handje helpt, aldus de onderkop in de ochtendkrant. En dat is precies wat het is. Een opkontje voor het behalen van overheidsnatuurdoelstellingen door degelijk onderlegde gelijkgestemden. Want, zo stelt het artikel: ‘Niet iedereen kan natuur beheren, maar in dit geval is er aan kennis geen gebrek. Een erudiet gezelschap van biologen en hydrologen, met drie hoogleraren in de gelederen plus een eigenaar van een communicatiebureau tekenden voor de plannen’.
Anders dan de auteur van het krantenartikel schrijft, sluit dit helemaal niet naadloos aan bij het overheidsbeleid om burgers zelf verantwoordelijkheid te laten nemen voor de realisatie en het beheer van de natuur. Het sluit wel naadloos aan bij de praktijk waarin burgerparticipatie niet meer is dan uitvoering van overheidsbeleid met andere middelen. Burgers zijn hier doorgaans de mensen die tijdens hun arbeidzaam leven het beleid bedachten of in ieder geval precies weten hoe een plan eruit moet zien om te passen in het denkraam en de procedures van de overheid. Een levensgrote valkuil. Niet alleen bij participatie rond natuurontwikkeling, maar ook bij milieukwesties en plannen voor de stad.
Wie werkelijk meent dat mensen meer verantwoordelijkheid moeten krijgen voor hun leefomgeving, accepteert dat gebruikers en bewoners dan ook zelf invulling geven aan die verantwoordelijkheid. En dat kan er wel eens anders uitzien dan door ambtenaren en deskundigen wordt bedacht. Daar zat precies de pijn toen de Groninger ex-gedeputeerde, Henk Bleker, in 2010 staatssecretaris van Natuur werd. Bleker had als gedeputeerde namelijk feilloos het sentiment bespeeld waarin de nationale natuurbeheerorganisaties arrogante grootgroenbezitters (uit ‘Het Westen’) zijn die ons (Noorderlingen= boeren) komen dicteren hoe het moet in de natuur.
Bleker werd weggezet als onbenullige ponyfokker, boerenslimme lobbyist en sjoemelaar met subsidies, maar zijn kritiek op de elitaire, meritocratische wereld van het natuurbeheer beklijfde wel. Natuurmonumenten doet nu meer met bewoners en gebruikers, staatssecretaris Dijksma wil meer geld uittrekken voor ‘natuurbeheer door mensen en organisaties zelf’. Het voorbeeld Wageningen laat echter zien dat nog een hele weg te gaan is. Jansen van Mooi Wageningen noemt het overleg over het boerenalternatief voor zijn plan ‘leuk en constructief’, maar aan de uitgangspunten kan niet worden getornd. Hoezo niet?