Het regent insecten op de voorruit als ik de Afsluitdijk oversteek. Toch even een gevoel van opluchting, want het gaat niet goed met de insecten, bijen en hommels. De bespikkelde voorruit die vroeger zo gewoon was in het voorjaar en de zomer, blijft tegenwoordig heel vaak schoon. Het zijn trouwens wel allemaal muggen. Eén voorruit zegt natuurlijk net zo weinig over verlies aan biodiversiteit als een extreem warme of koude dag iets zegt over het klimaat.
Oplossen of zwarte pieten?
Het lastige met dit soort dingen is dat natuurbeschermers er, net als ik (is dit Rachel Carson’s ‘Silent Spring’ vijftig jaar later?), een handje van hebben om een verschijnsel of soort symbool te maken van iets groters dat verloren dreigt te gaan. De wereld toen die nog in orde was. Met arme gronden, weelderige bermen, houtwallen en gewemel van beestjes waar je maar keek. De mug is dan niet het sterkste symbool, de bij is dat wel. De bij gaat vrij van bloem tot bloem en levert met zijn honing een extract van onze leefomgeving. Nou, dan weet je het wel als het niet goed gaat met de bij.
De neonicotinoïden, een verrassend werkzame groep insecticiden, schijnen slecht te zijn voor de bijen. Nogal wiedes, constateerde iemand in het vakblad De Boerderij, daar waren ze ook voor bedoeld. LNV-minister Schouten ging dit voorjaar akkoord met een verbod op deze middelen. Hoera, want het wetenschappelijk bewijs schijnt niet heel sterk, maar in de praktijk zien boeren en natuurmensen het insectenleven opbloeien als gestopt wordt met dit type middelen. Vraag is wel of we daarmee het probleem oplossen of vooral onze favoriete booswichten het grootkapitaal de zwarte piet hebben toebedeeld.
Veranderende leefomgeving en ziekten
Er is natuurlijk veel meer aan de hand. De landelijke omgeving is veranderd, productiever geworden maar ook minder divers. Verstedelijking en verstening zijn opgerukt. En er zijn allerlei bijenziekten. Een belangrijke veroorzaker is de Varroamijt. Een exoot die sinds 1983 ook in ons land voorkomt. Volgens de Wageningen Universiteit (WUR) vormen ze een ernstige bedreiging voor bijenvolken.
Wat de belangrijkste oorzaak van de bijenmalaise ook is, laten we het erop houden dat het allemaal een rol speelt. Dan is er dus ook niks op tegen om die Varroamijt zo effectief mogelijk te bestrijden.
Daar hebben de producenten van bestrijdingsmiddelen – zelf spreken ze liever van gewasbeschermingsmiddelen – iets op gevonden. De bijen die verleid worden zich in bijenkasten te vestigen (het zijn niet echt gedomesticeerde dieren, laat ik mij vertellen), krijgen een soort vlooienbandje dat de mijt bestrijdt. Het spul zit rond de ingangen van de kast en de bijen smeren het bij in- en uitvliegen zelf achter hun kopjes.
Een marketingtechnisch ‘dingetje’
Het goedje schijnt te werken, maar het feit dat juist onze favoriete boosdoeners een stukje van de oplossing leveren, wordt marketingtechnisch nog wel een dingetje. De bij, symbool van alles dat goed en schoon is, met een gifbandje om. Het zal velen als een gotspe in de oren klinken. Toch zijn die bijen in de kasten van de imker natuurlijk – hoewel niet echt tam – gewoon productiedieren. Net als bij leghennen de eieren worden weggehaald, gaat hier de imker er met het vloeibare goud vandoor. Het beest als symbool voor wat er mis is met de wereld, het lijkt aantrekkelijk maar het helpt de goede zaak uiteindelijk niet echt.
Bas van Horn
Eerder geplaatst op romagazine.nl 15 mei 2018