‘In ontkerkelijkte tijden is Bach ons anker rond Kerst.’ Ja, de NRC weet hoe het de cultuurpessimistische en winterdepressieve achterban moet opbeuren. En inderdaad, het moet gezegd (neemt u dat letterlijk, want er zingt een dochter van een goede vriendin in het koor), het Residentieorkest gaf deze zondagvoormiddag samen met het Laurens Collegium Rotterdam en enkele voortreffelijke solisten een mooie en stemmige uitvoering van J.S. Bach’s Weihnachtsoratorium ten beste.
Het kon voor aanvang eigenlijk al niet meer stuk. Het Zuiderstrandtheater aan de Scheveningse haven was omgeven door een dun laagje sneeuw en de foyer bood een mistig uitzicht op enkele schepen. Aan de andere verre zijde van de ontmoetingsruimte vormde de duinrand het decor. De bezoekers stampten bij binnenkomst de sneeuw van hun schoenen of verruilden bij de garderobe hun sneeuwlaarzen voor lakmolières of elegante pumps. Het was als in een oude Kerstfilm.
In het programmaboekje stond het hele kerstverhaal in aria’s, recitatieven en koorzangen bij elkaar. Dankzij de helder articulerende zangers en een gortdroge akoestiek was de tekst nog te volgen ook. Aan niets viel te merken dat Bach en zijn librettist ook maar zelfciterende schnabbelaars waren.
Bach was een veelschrijver voor kerkdiensten, feesten en partijen. Hij schreef de hele kerkelijke kersttijd tot en met Driekoningen aan elkaar en deinsde er daarbij niet voor terug om een cantate voor de verjaardag van een keurvorstin om te schrijven naar een jubelstuk bij de geboorte van Christus.
Stemvorkvormige kolommen
Aan niets viel te merken dat we hier in een cultureel noodgebouw zaten. Een resultaat van jarenlang gesteggel over de toekomst van de cultuur in het Haagse stadcentrum. De Dr. Anton Philipszaal en het Lucent Danstheater aan het Spui waren destijds op een koopje gebouwd en na dertig jaar al rijp voor sloop.
Er kwam een duur plan voor een nieuw Spuiforum, er kwam een goedkoper plan voor een Spuiforum, het Spuiforumplan ging aan de kant en er kwam een integraal plan voor een Spuikwartier. Het ministerie van Justitie, imposante woontorens, een danszaal, een residentie voor het Residentieorkest, een hotel en een plint vol horeca en winkels: alles in één plan.
Er wordt inmiddels gebouwd dat het een aard heeft, maar ook is er opnieuw gezanik. Deze keer is het de welstandscommissie die moeite heeft met de detaillering van de stemvorkvormige gevelkolommen van het Onderwijs- en Cultuurcomplex (OCC).
Architect Jo Coenen wil er niks meer mee te maken hebben, maar blijft wel supervisor bij de hele gebiedsontwikkeling van het Spuikwartier. Eerder dit jaar werd al bekend dat de bouw van het cultuurcentrum 31 miljoen meer gaat kosten dan gepland en een jaar later zal worden opgeleverd, namelijk na de zomer van 2021.
Zo mooi wordt het nooit meer!
En dan, als de abonnementhouders van het Residentieorkest van Scheveningen weer terug zijn aan het Spui, zullen ze klagen dat vroeger alles beter was. Dan zullen de gepensioneerde automobilisten – het profiel van de gemiddelde bezoeker van een klassiek concert – herinneringen ophalen aan de tijd van het Zuiderstrandtheater. Zij hoeven niet meer zo nodig in de autoluwe binnenstad te borrelen voor het concert of te souperen na het concert. Zij willen met de auto naar het theater, in de pauze een glaasje en na het einde snel als eersten naar de garderobe voor de jassen. Bejaard ongeduld dat veelal wordt aangezien voor een aanhoudende staande ovatie. ‘Weet je nog dat Weihnachtsoratorium in de sneeuw? Uitzicht op de schepen, het duin en gratis parkeren! Nee, zo mooi als in het Zuiderstrandtheater wordt het nooit meer!’
Ik wens u een fijn uiteinde en een mooi begin.
Bas van Horn
Deze column werd op 19 december 2018 geplaatst op ROmagazine.nl