Een jaar of twintig geleden begon ik bij VROM in het veld van ruimtelijke ordening en milieu. Aan de communicatiekant, niet als inhoudelijk deskundige. Laat dat gezegd zijn. Het klimaat was ook toen hot. Excuus voor de woordspeling. De klok stond op vijf voor twaalf en is daar tot zeer recent op blijven staan. Dat moeten we nu bezuren.
‘Als we nu niets doen, dan…’ Niets minder dan een grote maatschappelijke omwenteling moest redding brengen en tot die tijd hielpen alle kleine beetjes. Die kleine beetjes gingen bij voorkeur over minderen. Minder consumeren, minder rijden, stoken en uitstoten (mitigatie). Je voorbereiden op klimaatverandering en de gevolgen daarvan (adaptatie), was minder sexy. Dat gold toch een beetje als (misplaatst) ingenieursoptimisme of defaitisme over de kansen van de groene toekomst.
Stapjes naar een groene toekomst
De kleine beetjes moesten het liefst naar de natuurlijke stip op de horizon wijzen. Dus veel aandacht voor recycling, circulaire economie, windmolens en zonnepanelen. En als we dan toch gingen adapteren, dan met het aanleggen van wadi’s in woonwijken, bomen planten, ruimte voor de rivier en het weer kromtrekken van gekanaliseerde beeklopen. Alles om ons leven weer ‘dichter bij de natuur en de elementen’ te brengen.
Dijkverhogingen, extra gemalen en nieuwe sluizen waren meer voor Rijkswaterstaat en later – toen rechtse daadkracht hip werd en Rotterdam stadsmariniers kreeg – voor de Deltacommissaris en zijn nieuwe Deltaplannen. Kernenergie en opties zoals geo-engineering bleven taboe. Want het afval en gevaarlijk sleutelen aan weersystemen, maar eigenlijk omdat deze opties de gezochte maatschappelijke omwenteling minder urgent zouden kunnen maken.
Als het ging over de gevolgen van klimaatverandering, dan lagen die ver van ons bed – verdrogend Afrika, de atollen in de Stille Oceaan en hun gemeenschappen – of in de toekomst na de anderhalve graad opwarming, in de vorm van een gevaarlijke zeespiegelstijging, wispelturig weer, misoogsten, migratiestromen. Preciezer over de rand kijken, naar praktische gevolgen voor onze samenleving deden we veel minder.
Put your money where your mouth is
Inmiddels lijkt het erop dat het allemaal wat sneller gaat dan voorzien. Het verhaal van ‘als we nu niets doen dan …’ – narratief moet je zeggen – dat ons moest aanzetten tot een grote ommekeer, voldoet niet meer. De klok is versprongen en we zijn daar niet goed op voorbereidt. Onverwachte overstromingen in lieflijke berg- en beekdalen, de Rijn die zo laag staat dat de aanvoer van zand en grind voor de bouw stilvalt, dreigend gebrek aan koelwater voor industrie en energiecentrales.
Klimaatverandering is natuurlijk niet de schuld van de mensen die al een halve eeuw roepen dat het roer om moet. Maar dat we zo lang het accent zijn blijven leggen op het spoor van dure en nauwelijks meetbaar effectieve mitigatie en veel minder op nuchtere adaptatie – put your money where your mouth is – dat heeft wel degelijk te maken met het frame waarin de omgang met klimaatverandering lang gestaan heeft. Dat verandert nu, maar als gezegd: wat laat.
Deze column werd bij Romagazine.nl geplaatst op 26-8-2022