In de eerste week van mei ligt het Waterloopbos ten oosten van Emmeloord in de Noordoostpolder er prachtig bij. Het jonge blad van de hoge beuken filtert het licht tot een zachtgroene waas. Lager in het bos overwoekeren riet en struiken op veel plaatsen de schaalmodellen van grote waterwerken. Dit is het Angkor Wat van het naoorlogs ingenieursoptimisme. Toenmalige ‘state-of-the-art’ techniek getransformeerd tot landschapskunst en natuur. Hier ligt de basis van onze huidige waterbouwkunde die – zoals iedere held in een goed verhaal – tegenslagen ontmoet om daarna als winnaar uit de strijd te komen.
Analoog – digitaal, publiek – privaat
Het voormalig proefterrein van het Waterloopkundig laboratorium De Voorst ziet eruit als een ruïne van een tempelcomplex. Hier liggen de havens van IJmuiden, Rotterdam, Istanbul, Bangkok en vele andere plaatsen op schaal verscholen in de begroeiing. Niet verstopt, maar volledig vrij gegraven, ligt hier ook prominent de Deltagoot, proefinstallatie voor de Deltawerken. Een betonnen bak van 240 meter lang, 5 meter breed en zeven meter hoog. Een golfslagbad waar het effect van watergeweld op bodems en dijken kon worden uitgetest. Nadat in 2015 een nieuwe goot bij Deltares in Delft en vooral computermodellen en -simulaties het werk hadden overgenomen, kon de goot in het bos verzaagd worden tot een gigantisch kunstwerk.
Tussen 1951 en 1996 van de vorige eeuw werden in de Noordoostpolder met engelengeduld proefnemingen gedaan om de effecten van stroming en golfslag mee te kunnen nemen in het ontwerp van havenontwikkelingen en kustbescherming. Vrijwel alles analoog en met grote inventiviteit. Zo werden er bijvoorbeeld in het schaalmodel van een aan te leggen haven stroken gekleurde steentjes neergelegd en fotografeerde een ingenieur vanaf een hoge ladder de verschuivingen in de kleurpatronen om zo de ontstane stroming vast te leggen. Iets soortgelijks gebeurde met papiersnippers op het water. Foto’s, met een lange sluitertijd genomen, onthulden de stroompatronen. De eerste computermodellen en -simulaties zijn op deze gegevens geijkt.
Decentralisatie en marktwerking
De waterbouwkunde ging niet alleen van analoog naar digitaal, maar ook van publiek naar privaat. Het waterlooplaboratorium was als dependance van de TU Delft altijd verbonden geweest met Rijkswaterstaat, maar nu werd daar – net als bij VROM – de expertise geprivatiseerd en op afstand gezet. Daar leek veel voor te zeggen, want het is immers veel goedkoper om expertise in te huren wanneer je het nodig hebt. Bovendien zou een gezonde markt ontstaan waarin bedrijven op prijs en kwaliteit concurreren. Wat de overheid wel opbrak is het verlies aan eigen expertise om een goede opdrachtgever te kunnen zijn.
Miljoenengat in de begroting nog niet gedicht
Dat bleek bijvoorbeeld bij de grote renovatie van de Afsluitdijk. Een megaproject om dit kunstwerk – waterstaatjargon voor grote constructies – bestand te laten zijn tegen zeespiegelstijging en verhoogde rivierwaterafvoer. Maar niet alleen dat. Ook de ecologische schade die de Afsluitdijk had aangericht, zou worden gerepareerd met onder meer een vismigratierivier. Vanzelfsprekend moest het er goed uit gaan zien, want we hebben het tenslotte over een van de weinige menselijke bouwwerken zichtbaar vanuit de ruimte en een icoon van Neerlands kunnen.
Volgens de beste stuurlui aan de wal had een fixatie op de zeespiegelstijging en minder aandacht voor de rivierwaterafvoer ervoor gezorgd dat een belangrijk risicoscenario in de aanbesteding niet was meegenomen. Bij laag water en hoge golven op het IJsselmeer zou de constructie zoals die bedacht was in gevaar kunnen komen. Om dat risico alsnog af te dekken ging de renovatie 263 miljoen of volgens sommigen zelfs 400 miljoen duurder uitpakken.
De erfenis van Ir. Lely
Grote projecten zijn om minder afgeblazen, maar dat is hier geen optie. Bovendien zijn de betrokken partijen tot elkaar veroordeeld, want de overheid kan niet terug en er zijn geen andere gegadigden om de klus te klaren dan de bouwers BAM, Van Oord en het technisch adviesbureau Rebel verenigd in het consortium Levvel (De Erfenis van Lely veiliggesteld). Een miljoenengat ligt nog altijd open, maar ondertussen gaat het werk door.
In dezelfde week waarin ik het Waterloopbos bezocht, werden in Den Oever twee sets van drie pompen aangeleverd. Twaalf meter hoge installaties die visvriendelijk – vraag me niet hoe dat kan – 275.000 liter water per seconde of de inhoud van één olympisch zwembad per 9 seconden van het IJsselmeer naar de Waddenzee kunnen blazen. Zelfs wanneer het water aan de zeekant eigenlijk nog te hoog staat.
Met wapperende jaspanden zal de stenen Ir. Lely op enig moment goedkeurend neerkijken op het voltooide werk. In een fraai bezoekerscentrum zal de lof gezongen worden van dit staaltje Hollandse waterbouwkunde en onze ingenieurs. Hoe het miljoenengat werd gedicht, komt daar misschien niet eens meer ter sprake. Of het moet zijn als de laatste beproeving van de held voor zijn overwinning.
Deze column verscheen op 13 mei 2024 bij romagazine.nlhttps://romagazine.nl/artikel/28356/de-ingenieur-als-held