Sinds de komst van Airbnb is De Jordaan in Amsterdam een hotel. Een netwerkhotel met honderden kamers in alle stijlen en sferen. Aan de Lindengracht is het bagagedepot en op de Westerstraat – bij de populaire Noordermarkt – fungeert een souvenirshop annex koffiebar als receptie. Een organisch gegroeid prachtconcept. We kunnen er misschien ook krimpdorpen mee redden!
Verhurende huiseigenaren in de Jordaan laten hun gasten in de souvenirshop verwelkomen met koffie en informatie over de buurt en de stad. De toeristen krijgen er de sleutel van hun appartement en leveren die er ook weer in. Het maakt Airbnb nog aantrekkelijker voor potentiële verhuurders. En dat is weer goed voor horeca, wasserettes, fietsenverhuurders, gidsen en Airbnb zelf natuurlijk.
Om geen one trick pony te worden die het loodje legt zodra concurrenten het concept nog slimmer weten te exploiteren, is binnen Airbnb Samara opgericht. Een multidisciplinaire ontwerpstudio die met behulp van architectuur nieuwe ideeën en concepten ontwikkelt die ‘de Airbnb community versterken’. Min of meer toevallig is het eerste concrete project vanuit Samara een cederhouten ‘communitycenter’ annex Airbnb in een klein Japans plaatsje, ver van de grote steden en het massatoerisme.
De inspiratie voor het project kwam van een oudere Japanse vrouw die in haar sterk vergrijsde stadje op het platteland – waar net zo weinig te beleven als te verdienen viel – een Airbnb begon. De buren verklaarden haar voor gek, maar de gasten kwamen. De zaken gingen goed en de vrouw begon haar buren in te schakelen als wandelgids, vertaler of rondleider. Er ontstond een levendige mini toeristenindustrie in een tot dan verveeld plattelandsplaatsje. Als ik lieg, dan lieg ik in commissie, want het is wel Samara zelf dat deze anekdote opdist. Enfin, in ieder geval een mooie corporate story.
Airbnb heeft dit soort synergie natuurlijk al in steden als Amsterdam zien ontstaan, maar met Samara’s eerste Community Center, in een idyllisch plaatsje aan de rand van een cederbos, trekt Airbnb nu ook naar het platteland. Daar wordt de kracht van de Airbnb dynamiek niet afgewacht, maar ontstoken met een lokaal gebouwd en beheerd gemeenschapshuis annex Airbnb. Hier kunnen gasten logeren en tegelijkertijd kennis maken met de dorpsgemeenschap die er samenkomt en een VVV-kantoor overbodig maakt. De match tussen gasten en lokale producten en diensten wordt ter plekke gemaakt.
Nu hebben we in Nederland weinig dorpjes aan de rand van het cederwoud, maar net als daar in Japan hebben ook wij streken en dorpen die hun erfgoed graag laten zien. Het streekeigene wordt nu al steeds meer ingezet voor waardecreatie. Anders gezegd: streekdiensten en -producten maken de regio uniek en voor ‘ijs van de boerderij’ betaalt men graag meer dan voor Ola uit de vrieskist. En daar is mogelijk meer uit te halen dan het veelal binnenlands dagtoerisme nu oplevert. Meer buitenlandse bezoekers zullen op het Nederlandse platteland willen verblijven als daar accommodatie is en iets te beleven valt.
Waar de dorpshotels verdwenen zijn komen voor die accommodatie ook hier de buurt- en dorpshuizen (voor zover niet gesloten) in aanmerking. En anders kunnen daar – al dan niet samen met Airbnb – ‘gemeenschapshuizen-nieuwe-stijl’ voor gebouwd worden. Het vraagt alleen dat we anders naar die voorzieningen gaan kijken. Onze gemeenschapshuizen komen voort uit een traditie die gericht is op de eigen gemeenschap en de versterking daarvan. Ze hebben vaak een naar binnen gericht karakter. Dat kan ook anders, zo lijken de Japanse initiatieven te beloven.
Keer het dorps-, buurt-, gemeenschapshuis binnenstebuiten. Maak er een ‘dorpshuis-Bed and Breakfast-VVV’ van, beheer het als gemeenschap zelf en laat er gasten logeren. Laat de lokale gemeenschap zijn diensten en producten aanbieden. Vertel de verhalen van het dorp en de streek niet langer aan elkaar (iedereen kent ze al) maar aan de gasten. Start een mini-toeristenindustrietje en kus je dommelende dorp wakker.