In de steden en langs de kusten kleurt de geprojecteerde kaart van Noord-Amerika democratisch blauw, maar in het brede midden is het van boven tot onder republikeins rood tot dieprood. De overwinning van Trump is een overwinning van het platteland op de stad. De live talkshow ‘Stadsleven’, een initiatief van NRC-journaliste Tracy Metz, ging op 24 januari over de gevolgen voor de stad van Trump’s en straks mogelijk Wilders’ winst.
De progressieve elite van Amsterdam, bijeen in De Balie, is nog in shock over de verkiezingsuitslag en het wordt er voorlopig niet beter op. Metz meldt dat de burgemeester van San Francisco aanvankelijk had toegezegd om per Skype-verbinding deel te nemen, maar had dat later toch minder ‘opportuun’ gevonden. Russel Shorto, voorganger van Metz als directeur van het John Adams Institute, spreekt van een rechtse Coup d’etat. Metz zelf komt op met een gebreide poezenmuts. Zou het rampscenario zich ook hier kunnen voltrekken?
Maar eerst de analyse. Charles Groenhuijsen wordt aangehaald. Hij stelt dat de Amerikanen eigenlijk steeds progressiever worden. Veel staten legaliseren de wiet, erkennen het homohuwelijk en hebben een bevolking die steeds minder naar de kerk gaat. Bruce Katz, van de progressieve denktank Brookings Institution, meent dat The Metropolitan Revolution (titel van zijn boek) gewoon door gaat, wat Trump daar ook van vindt.
James Kennedy, de Amerikaanse kenner van de Nederlandse geschiedenis, ziet tot zijn verbijstering hoe zijn rechtschapen dorpsgenoten van vroeger nu massaal op Trump stemmen. Hij noemt het een conservatieve disruptie die met de Tea Party is begonnen. Een soort ‘dan liever de lucht in’ van Amerikanen die voelen dat het land niet meer voor hun waarden staat en dat ze er zelf in de ogen van de progressieve elites in Washington, Hollywood en de mainstreammedia niet meer toe doen.
Arjen van Veelen, journalist van De Correspondent, voegt daar een interessante observatie aan toe. Hij was min of meer toevallig in St. Louis terechtgekomen, had van nabij de rellen in de voorstad Ferguson meegemaakt en Black Lives Matter zien opkomen.
Trump’s spookbeeld van verloederde binnensteden vol drugs en geweld, klopt volgens Van Veelen. In ieder geval voor St. Louis. Maar het omringende platteland is er niet veel beter aan toe. Ook hier zijn huizen en bedrijven dichtgetimmerd, ligt main street er verlaten bij en is men massaal werkloos. Toch laten witte kansarmen uit verarmde voorsteden en het ommeland zich opzetten tegen zwarte kansarmen uit de binnensteden in een cultuurclash gevoed door valse nostalgie.
Welbeschouwd ligt het in Nederland niet anders, sprak Maarten van Rossum die ook een duit in het zakje mocht doen. En inderdaad: ook hier zijn de problemen in de migrantenwijken van de stad in veel opzichten dezelfde als die in de landelijke periferie, maar staan ze cultureel steeds scherper tegenover elkaar. Ook hier profiteren grote groepen in de stad niet van de productiviteitsstijging in de industrie en de diensten omdat er geen werk voor ze is. Ook hier hebben veel plattelanders niks aan onze stijgende landbouwexport omdat daar steeds minder mensen bij nodig zijn.
De pleitbezorgers van de stad lijkt het weinig te kunnen schelen. Leegloop, braindrain en functieverlies van het platteland worden als een gegeven beschouwd (het is immers leuker en beter in de stad). Verbinding wordt zelden gezocht. Er spreekt een ‘winner takes all ’ mentaliteit uit die tegenstellingen versterkt en ressentiment aanwakkert. Volgens Van Veelen hebben de democraten in Amerika hun kans gemist om de verliezers van de high tech wedloop en de globalisering een perspectief te bieden. En welbeschouwd ligt het in Nederland – vooralsnog – niet veel anders.
Bas van Horn
Deze column werd eerder gepubliceerd op romagazine.nl