Niemand beweert dat het digitaal uitvoeringsinstrumentarium (DSO) helemaal uitontwikkeld is, maar wel ver genoeg om het in te voeren. Of het is te ver om af te blazen en te oud voor verder uitstel, zoals anderen stellen? Hoe dan ook, invoering van de Omgevingswet is aanleiding om op meer terug te blikken dan de moeizame totstandkoming van de wet. Op de millenniumovergang naar het jaar 2000 bijvoorbeeld: Y2K.
Na drie jaar voorbereiding kwam de voltooiing van de Omgevingswet in 2014 in zicht. De programmadirectie Eenvoudig Beter bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat – speciaal opgericht om de wet te maken – ging vooruitlopend op de opheffing alvast afslanken. Ervaren wetgevingsambtenaren waren sceptisch over het beoogde tijdpad. Per 1 januari 2024 is het dan echt zo ver.
‘Een operatie met een bijna militaire precisie die doet denken aan de voorbereidingen op de millenniumbug bij de eeuwwisseling’
Jos Verlaan beschrijft in NRC hoe, volgens minister Hugo de Jonge, alles eind vorig jaar is klaargezet om de Omgevingswet in werking te laten treden. Om ongelukken en digitale ontwrichting te voorkomen of het hoofd te bieden. ‘Een operatie met een bijna militaire precisie die doet denken aan de voorbereidingen op de millenniumbug bij de eeuwwisseling’, schrijft de journalist.
Geen gekke vergelijking, hoewel er natuurlijk een enorm schaalverschil is. Destijds ging het om mogelijke ontregeling van vrijwel alle geautomatiseerde processen en systemen in de wereld. Nu gaat het om vrijwel alle onder de Omgevingswet geïntegreerde ruimtelijke processen en wetten in Nederland.
Over de millenniumbug schreef ik eerder: ‘Het jaar tweeduizend is aanstaande. Y2K, de millenniumchaos die zal volgen nadat alle computerklokken in de Oudejaarsnacht zijn doorgetikt van 1999 naar 2000. Nu zal duidelijk worden hoezeer ons leven wordt beheerst door computers en geautomatiseerde systemen: salarisadministraties, geldautomaten, elektriciteit- en waterdistributie, winkel- en kluisdeuren, militaire alarmeringssystemen en raketlanceerinrichtingen.
Maurice de Hond is eigenlijk de enige die in de Nederlandse media zijn nek uitsteekt en publiekelijk waarschuwt voor de risico’s bij de millenniumwisseling. De opinieonderzoeker gelooft in het internet en de nieuwe economie die nooit meer in recessie hoeft te raken. Tegelijkertijd ziet hij de tijdbom van de computerklokken tikken. Niemand weerspreekt overtuigend zijn onheilstijdingen.
Het bronwater is verpakt in lichtblauwe dozen, twintig tweeliterpakken per doos. De houdbare melk staat in vijf pakken van een liter op een kartonnetje, stevig omwikkeld met taaie plasticfolie. Op een stille maandagmiddag til ik twaalf dozen water en tien traytjes houdbare melk in de kruipruimte van het huis. De droge voorraad gaat naar zolder.
Hamsterend ‘nieuwe stijl’ heb ik niet alleen eenvoudige bulkwaren gekocht, maar ook mueslirepen, noten, zoutjes, verpakte kaas, droge worst en olijven. Mijn actie houd ik zoveel mogelijk voor mijzelf. Hamsteren is minderwaardig gedrag van egoïsten met een gebrekkige zelfbeheersing. Hamsteraars benadelen de mensen met meer burgerzin. Ze creëren schaarste, drijven de prijzen op en werken de redelijke oplossingen van de overheid tegen.
Maar tegenwoordig zien steeds meer burgers dat de overheid niet alle rampspoed voor kan zijn. Dat we de verantwoordelijkheid voor ons leven weer zelf moeten leren dragen. En wat is er dan mis met je voorbereiden op calamiteiten?
Y2K werd een self denying prophecy en de angst ervoor weerspiegelde de gevoelde onzekerheid bij de stormachtige automatisering en digitalisering
Om de Millenniumwende met een select gezelschap in verschillende tijdzones en met veel champagne te kunnen vieren, is er de exclusieve global millenniumtrip per Concorde. Dat lijkt de goden verzoeken, maar ruim voor het uur nul is de banvloek gebroken. De vitale sectoren hebben zichzelf gescreend, verbeteringen aangebracht en millenniumproof verklaard. Australië en Nieuw-Zeeland schuiven als eerste probleemloos het derde millennium in.’
Y2K werd een self denying prophecy en de angst ervoor weerspiegelde vast ook de onzekerheid die ik en anderen voelden bij de stormachtige automatisering en digitalisering aan de vooravond van het jaar 2000. Ondertussen zijn die ontwikkelingen in razend tempo voortgegaan en richten onze zorgen zich nu vooral op de macht van de grote techbedrijven en de invloed die kunstmatige intelligentie krijgt op ons leven.
In 1999 was er een door de regering opgetuigd Millennium Platform onder leiding van oud-Philipstopman Jan Timmer dat de overheid en het bedrijfsleven moest voorbereiden op digitale rampscenario’s, schrijft Verlaan. Het instellen van het platform bleek in ieder geval een belangrijke trigger voor instellingen en bedrijven om de risico’s serieus te nemen en aan te pakken.
Voor de invoering van de Omgevingswet is het altijd geruststellende besluit genomen om een regeringscommissaris met ruime bevoegdheden aan te stellen om in te grijpen als het mis gaat. Oud-hoogleraar bestuursrecht Kars de Graaf heeft zich met die taak laten belasten.
Ondanks het feit dat de wet en vooral het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) onder permanente en groeiende druk tot stand zijn gekomen, gaat het dit jaar dan toch echt gebeuren. De wet en het stelsel moeten zich in de praktijk gaan bewijzen. Sommige verwachten totale digitale chaos, anderen forse kinderziekten die hopelijk overkomelijk zijn. Blijft over de kritiek van een andere oud-hoogleraar bestuursrecht, Peter Nicolaï. Hij vreest de chaos, maar vraagt zich in het artikel van Verlaan in NRC ook nog eens af voor welk probleem deze wet ook alweer de oplossing was.
Voor welk probleem was de Omgevingswet ook alweer de oplossing?
In het politiek klimaat van vijftien jaar geleden moest de wet er immers voor gaan zorgen dat ‘het land van het slot zou gaan’. Belemmerende regels en ‘bestuurlijke spaghetti’ verhinderden dat burgers en ondernemers de spade in de grond staken. Zij moesten de ruimte krijgen om hun eigen leef- en werkomgeving vorm te geven. Want wie weet beter wat nodig is dan de aanpakkers ter plekke? Een wet en een loket om zoveel mogelijk het initiatief van onderop te faciliteren. Dat zou de creativiteit en ondernemingszin in de samenleving weer wakker kussen en zorgen dat er gebouwd ging worden.
Inmiddels is de wind maatschappelijk gedraaid en wordt links en rechts gepleit voor landelijke regie op onze grote ruimtelijke opgaven. Of de Omgevingswet daarvoor het juiste gereedschap is, moet blijken. In de decentrale praktijk, in de uitvoering ter plekke waar ook de feedback voor verbetering vandaan zal komen. Ik wacht nog even met hamsteren.