Hamsteren heeft al heel lang een slechte naam. Voor de nu nog levende generaties gaat dat in ieder geval terug tot de Tweede Wereldoorlog. Hamsteren roept associaties op met oorlogswoeker en zwarte handel, met egoïsme en een gebrek aan verantwoordelijk burgerschap. In de huidige coronacrisis komen daar gekte en redeloosheid bij. De gekte van de run op uitgerekend het toiletpapier en redeloosheid omdat er van schaarste eigenlijk geen sprake is. Toch is er ook best wat te zeggen voor hamsteren.
Sinds enkele decennia kiezen achtereenvolgende kabinetten voor een terugtredende overheid. Uit bezuinigingsoverwegingen bij een ‘uit de hand gelopen’ verzorgingsstaat, maar ook uit zorg over een gepamperde bevolking die zou hospitaliseren door al onze prachtige welvaarts-arrangementen. Het zou goed zijn de verantwoordelijkheid voor het eigen leven weer meer terug te leggen bij de mensen zelf. Om de democratie te vitaliseren en om het bewustzijn op gang te brengen dat de overheid geen garanties biedt tegen alle tegenslagen in het leven.
Zo bezien is hamsteren vooral een negatief frame uit een oude context en zijn hamsteraars misschien wel voorbeeldige burgers die er alles aan doen om niet afhankelijk te worden en zichzelf en hun naasten zo goed mogelijk door de crisis te helpen. Lompheid en onbeschoft gedrag daargelaten, want die zijn altijd vervelend, ook als het geen crisis is.
In plaats van lof krijgen de hamsteraars ondertussen het verwijt anderen te benadelen door schaarste te creëren, terwijl hen tegelijkertijd wordt voorgehouden dat er helemaal geen schaarste is. Eigenlijk is er nu soms slechts sprake van frictie-schaarste, we kopen de schappen sneller leeg dan ze bijgevuld kunnen worden. Dat is naar voor de minder weerbare consumenten zoals ouderen en zuur voor de werkers in de vitale sectoren die na een lange dag misgrijpen in de supermarkt.
Voor beide groepen zijn inmiddels oplossingen gevonden. De ouderen krijgen een eigen uurtje in de winkel en zorgwerkers kunnen hun boodschappenlijstje inleveren waarmee ze een met voorrang gevuld mandje kunnen ophalen. Toch voelt het niet lekker. Het recht van de sterkste aangevuld met kunst- en vliegwerk voor de mensen met minder puntige ellebogen.
Ondertussen heeft een deel van de bevolking op deze manier wel een meer of minder doordacht voorraadje op zolder en wordt de hamsterwoede afgeremd door de steeds opnieuw gevulde winkels. Mocht de frictie-schaarste toch kantelen naar structurele schaarste, dan kan de overheid zich volledig richten op de zwakkeren en de mensen die altijd zijn blijven geloven in de overheid die voor de mensen zorgt.