Duurzame of deugdzame stadsdistributie?

Al zo’n vijftig jaar lang zoeken onze grote steden naar fijnmazige, duurzame en schone vormen van verkeer en vervoer om de stad leefbaar te houden en het milieu te sparen. De elektrische witkar van provo Luud Schimmelpennink bood de Amsterdammer in de jaren zeventig van de vorige eeuw met diverse afhaal- en oplaadstations in de binnenstad een alternatief voor de eigen auto. Geen overbodige luxe, want het particuliere blik verstopte de stad, de openbare ruimte stond volgeparkeerd en de katalysator moest nog uitgevonden worden.

Veel kant-en-bijna-klaar

Overslagpunten aan de stadsrand zouden de vrachtwagens voor de winkelbevoorrading voortaan uit de stad houden. Kleinere, schonere busjes en boten gingen de spullen naar de winkels brengen. Waarom de witkar mislukte is nog steeds onduidelijk, maar dat geldt ook voor de vele experimenten met vuilnis-, pakjes- en bierboten, terwijl de overslag op bestelbusjes het verkeersinfarct vooral wat dieper in het stadshart bracht. Echt vaart kreeg de transitie pas met de introductie van elektrische voertuigen en in het bijzonder de schone en wendbare elektrische bak- en pakjesfietsen.

Met de komst van de flitsbezorgingsdiensten als Gorillas, Flink, Zapp, Getir en anderen, wordt nu de omwenteling voltooid. De gemaksgeorïenteerde stedeling werd door de grootgrutters de afgelopen jaren al bediend met kleinere winkels in de eigen buurt. Veel kant-en-bijna-klaar-producten voor kleine huishoudens, maar je moest er toch nog steeds de deur voor uit.

Tafeltje dekje, Uitgekookt en aanverwante initiatieven brachten al aan huis, maar hun service stond te zeer in de traditie van charitas en ‘een pannetje soep’ om echt groot te worden. Maaltijdbezorgers als JustEat en Hello Fresh knokten zich met veel geld van grote investeerders wel naar de voordeur van de jonge tweeverdieners.

Toppunt van individualisering

Nu staat binnen tien minuten een fietskoerier aan de deur met een rolletje drop tegen een concurrerende prijs. Ook weer dankzij investeerders die lang hun verlies nemen zolang het marktaandeel maar voldoende groeit en de database met adressen steeds meer waarde vertegenwoordigt. Fijnmaziger, klantvriendelijker en tegelijkertijd milieuvriendelijker gaat stadsdistributie ondertussen niet worden. Het is klaar.

Fijnmaziger, klantvriendelijker en tegelijkertijd milieuvriendelijker gaat stadsdistributie ondertussen niet worden


Zijn we nu dus duurzaam en tevreden? Nee, zeker niet. Overal wordt geklaagd over overlast, ondermijning van de sociale cohesie, oneerlijke concurrentie en afgeplakte winkelpuien. De dark stores van de flitsbedrijven terroriseren woonwijken met overlast van bevoorrading en voor de deur rondhangende flitsbezorgers, terwijl de gesloten gevels ‘no comment’ communiceren.

Ook wordt in het fenomeen het toppunt van individualisering gezien, waardoor zelfs de vluchtige ontmoeting in de winkel al niet meer plaats heeft en de laatste restjes buurtbinding teloorgaan. En ten slotte zijn nogal wat hippe stadsmensen tegen omdat de grote financiers achter de flitsfietsbezorgers met hun lange adem alle concurrentie uitschakelen en het winkelaanbod daardoor verschraalt.

Paal en perk

Het Amsterdamse stadsbestuur stelt als eerste stad paal en perk. Met een speciaal bestemmingsplan moeten nieuwe vestigingen in de toekomst geweerd worden en voor nu wil men in ieder geval een jaar lang geen dark stores erbij. Of dat allemaal nodig is, staat te bezien. Als we de bezwaren al serieus nemen, dan zijn ze in ieder geval prima te ondervangen. Overlast van bevoorrading was en is er natuurlijk ook van de gekoesterde buurtwinkels, maar dat wordt met venstertijden en aanvullende maatregelen tegen onnodig lawaai ondervangen. Het valt moeilijk in te zien waarom dat met de dark stores niet zou kunnen.

Dat geldt ook voor de ‘overlast’ van de bezorgers die voor de deur hangen omdat ze in hun eigen bedrijf niet of nauwelijks worden toegelaten. Lijkt me trouwens eerder een zaak van onwaardige arbeidsomstandigheden dan van overlast voor de buurt. Zet je als buurt in voor een hangplek bij het bedrijf binnen en je slaat twee vliegen in een klap.

Solidariteit ter waarde van een pak toiletpapier

Over gesloten gevels heb ik nooit iemand gehoord toen de nu populaire buurten nog overal in souterrains en onderstukken bergingen, opslagruimten en stallingen hadden. Onder het kopje gewenste functiemenging kun je de nieuwe bedrijven ook toejuichen, maar goed als je wilt klagen kun je bedingen dat de gevels zicht bieden op wat binnen gebeurt of anderszins worden opgeleukt.

De flitsbezorgbedrijven staan in de ogen van het stedelijk establishment voor de verwording van de consumptiemaatschappij


Het argument van de teloorgang der sociale cohesie en de oneerlijke concurrentie ten slotte lijkt me vooral een vage echo van het pleidooi voor de kleine buurtwinkel. Een vroom voornemen, terwijl men alleen nog bij de gedienstige middenstander kwam voor een bij de supermarkt vergeten boodschapje. Solidariteit ter waarde van een onsje ham of een pak toiletpapier. The times they are a changin en de stad verandert mee.

Het gaat niet om overlast, sociale cohesie of eerlijke concurrentie het gaat om morele verontwaardiging. De flitsbezorgbedrijven – die dankzij het internet, de financiers, de rechteloosheid van bezorgers en de elektrische fiets furore maken – staan in de ogen van het stedelijk establishment voor de verwording van de consumptiemaatschappij waarin de uitgestelde behoefte niet langer als deugd geldt en egoïstische individualisten voortaan de dienst uitmaken. Als je het fenomeen gewoon als een uitbreiding van het grootstedelijk dienstenpakket ziet, dan doe je iets aan de uitwassen en ga je over tot de orde van de dag.

Bas van Horn

Deze column werd op 4 februari 2022 geplaatst bij romagazine.nl