Geven we de ‘kracht van de samenleving’ voortaan de ruimte? Laten we de samenleving in de eerste plaats zijn eigen boontjes doppen? Gaan we voor een minimum aan regeltjes en procedures?
Laat vliegtuigspotters wonen naast de landingsbaan als ze dat willen, laat de natuurlijke aanwas van het dorp wonen in de stankcircel waarin ze geboren zijn en graag willen blijven, laat mensen wonen in het groen waar nu de koeien het alleenrecht hebben. Laat mensen wonen in hun vakantiehuis of desnoods op hun volkstuin. Laat mensen wonen op bedrijventerreinen, in loodsen, kantoren, fabrieken en op boten.
Weg met de blauwdruk van het bestemmingsplan en de betuttelende voorschriften uit het Bouwbesluit. Alles mag: maar dan niet zeuren over kerosinedamp, onveiligheid op het industrieterrein, gebrek aan groen tussen de megastallen, te weinig licht in de loods, een laag plafond in het kantoor, of vocht op de boot. Daar moet u ook even voor tekenen, want de overheid wil niet dat u later toch verhaal komt halen.
Wie dit vergezicht een gruwel is, moet eens kijken waar tegenwoordig de stedelijke hotspots liggen: in gegentrificeerde volkswijken, oude havens en spoorbuurten waar alles kris kras door elkaar leeft en werkt. En dat kan ook op het platteland, in het groen. Als we tenminste niet kiezen voor high tech agrozones op de ene plek en op de andere museumboeren die in het decor van oude schoolplaten moeten doen alsof ze een agrarisch bedrijf runnen.
Misschien mag je dan niet overal in het groen wonen omdat we met elkaar vinden dat sommige dingen echt niet op de schop mogen. Maar dat zijn wel heel wat minder plekken dan nu in al die verschillende natuur-, landschap- en recreatieregimes waar we nu nog ‘Nee’ of hoogstens ‘Nee, tenzij’ tegen wonen zeggen. En ook dan weer: als uitgeweken stedeling niet mekkeren over de herrie en de stank van giertractoren en andere minder idyllisch boerenwerk. Of u ook daar weer even voor wilt tekenen.
Vrij wonen, mag natuurlijk nooit een optie uit armoede zijn. Wie niks te kiezen heeft omdat het geld ontbreekt, moet kunnen rekenen (als je aan de beurt bent natuurlijk) op een betaalbare woning die aan minimumeisen voldoet. Die woning ligt niet in een erg ongezonde omgeving, de kans op watersnood is er niet hoger dan 1 op het miljoen, heeft een luie trap en het aanrecht staat op de gemiddeld juiste hoogte. Laten we daar nu net een bestaande voorraad van hebben die het leeuwendeel van de woningbehoefte dekt.
De vrije nieuwbouw – waar straks volop ruimte voor is – kan er zonder knellende voorschriften ook meteen heel anders uitzien dan we van onze bouwers gewend zijn. Vrije sector voor iedere portemonnee! Het hoeft geen duur ontwerp van een architect te zijn, want welstand daar doen we niet meer aan. We maken zelf wel uit wat mooi en lelijk is. Soms individueel, soms met de hele straat. Particulier opdrachtgeverschap en zelfbouw nemen een hoge vlucht.
Ikea bouwt in Scandinavië en Engeland al precies wat mensen willen: scherp geprijsd, hip en van aanvaardbare kwaliteit. Net als de meubeltjes van het woonwarenhuis die we allemaal in huis hebben. Het gaat misschien niet zo heel lang mee, maar wat geeft dat? Eenmaal uitgewoond en afgeschreven, mag de zaak weer plat. Bouwpuin is tegenwoordig prima bouwmateriaal. Er staan zo weer nieuwe huizen. Geheel volgens de wensen van de woonconsument van dat moment.
Het mag ook een woning van de bouwmarkt of het tuincentrum zijn. Net zoals daar nu al schuurtjes en blokhutten te koop zijn. De bouwkundige deugdelijkheid valt onder de normale productaansprakelijkheid, zoals die er ook is voor de friteuse of de draadloze accuboor. Bouwers worden klussers en omgekeerd. Het is toch veel leuker om te shoppen bij het bouw- en tuincentrum dan bij de hypotheekadviseur? En je aankoop plaats je dan zelf op je kaveltje. Met een aannemer of samen met je handige zwager.
Als we eens wat minder voor de mensen bepalen, wordt de leefomgeving meer van ons allemaal en woont iedereen op de manier die hem of haar past.
Column als appetizer bijeenkomst vrijwillige risico-aanvaarding, maart 2013
Hieronder links naar de wetenschappelijke bijdragen van:
Essay: Vrijwillige risicoacceptatie door gebiedsgerichte normstelling als de echte winst van de Omgevingswet. Prof. dr. ir. A.G. Bregman
Ruimte voor risico’s, dr. Rik Peeters