De oliecrisis van 1973 had niks te maken met oprakende olievoorraden, maar alles met de steun van Nederland aan Israël tijdens de Jom Kipoeroorlog. Toch slaagde minister-president Joop den Uyl erin de boycot te framen als een wake-up call voor aantasting van het milieu, ons consumentisme en de eindigheid van fossiele brandstoffen. Mede dankzij onze calvinistische inborst en het Rapport van de Club van Rome van een jaar eerder kregen we autoloze zondagen. Het zou nooit meer worden zoals het was geweest en daar hoefden we niet ongelukkiger van te worden. Integendeel zelfs. Die boodschap krijgen we nu ook weer.
Als een gestrande walvis
De oliecrisis was – voor zover ik weet – de eerste keer na de geleide loonpolitiek van de jaren vijftig dat we ons lieten afknijpen met een verhaal over hooggestemde collectieve doelen. Het moest allemaal anders, vooral minder en dit was het moment. Na enkele maanden onderhandelen ging de oliekraan weer open en sloot het ‘Window of Opportunity’ voor de betere wereld geruisloos.
Ik sla een paar crises over om uit te komen bij de coronacrisis die nu precies twee jaar geleden uitbrak. De klimaatcrisis werd min of meer geparkeerd, want in ons hoofd is geen ruimte voor twee crises tegelijk. Ook de coronacrisis bleek een kans voor transitiebepleiters. Was corona immers niet de straf voor de ongebreidelde mondialisering, het gesleep met spullen over de wereld en het schaamteloos goedkope vliegen? Was er niet veel te winnen met korte ketens en knollen uit eigen tuin? Voor de volksgezondheid, onze natuur, nationale verbondenheid en vooruit: het klimaat?
Als de gestrande walvis die in oude tijden gold als voorteken van rampspoed, liep het mammoet containerschip Ever Given vast in het Suezkanaal. Als om te laten beseffen hoezeer we ons afhankelijk hadden gemaakt van de Chinese maakindustrie en de internationale handel in het algemeen. En nu werden we nog ziek ook van al die internationale contacten. Sterker: we gingen eraan dood. Mede dankzij internationale samenwerking in onderzoek en razendsnelle digitale uitwisseling van gegevens, werden in recordtempo vaccins ontwikkeld en kregen we de pandemie in twee jaar onder controle.
Roaring Twenties (maar dan anders)
Al bij de eerste verlichtingen van de lockdowns waren de files terug. De rechterbaan zat weer vol vrachtwagens en de linker met witte bestelbusjes. Dit kon geen crisis zijn en dat bleek ook wel. Economisch gezien viel het allemaal reuze mee, niet voor iedereen maar toch voor de meesten. De rest werd opgevangen met het ‘gratis’ geld waarover de overheid bleek te kunnen beschikken.
Terwijl we ons in de handen wreven in het vooruitzicht van onze eigen ‘Roaring Twenties’, liep het in het Oosten gierend uit de klauwen. Beschaamde verwachtingen over al dan niet uitbreiding van de NAVO in combinatie met een paranoïde Putin leidden tot een hete oorlog die er eigenlijk al was, maar die we een beetje hadden genegeerd. Roaring Twenties, indeed, maar dan anders.
En ook nu zien sommigen in de crisis weer een kans. Wilden we niet toch al van het (Russische) gas af en is dit geen geweldige stimulans voor zon, wind, waterstof, Hollandsche waar en matiging van ons energieverbruik? Met de campagne ‘Draai de knop om!’ worden we door minister Jetten geheel vrijblijvend uitgenodigd ons particuliere steentje bij te dragen. Voor de ambtenaren op kantoor ligt dat anders. Daar mengt de minister zich eigenhandig in de arbeidsomstandigheden door de thermostaat lager te draaien. Je vraagt je af of die medewerkers geen ambtelijke baas hebben die ze tegen dit soort politiek gedreven ingrepen beschermt.
Een warme solidaire trui
Belangrijker dan de kantoortemperatuur is het feit dat met deze salamitactiek van klimaat- en geopolitiek het leerstuk van de Liberale Vrede zonder veel discussie overboord gaat. Het idee dus dat internationale handel de politieke stabiliteit bevordert en helpt om oorlog te voorkomen. Is het niet veelzeggend dat ondanks de gruwelijke inval in Oekraïne het gas nog steeds onze kant op stroomt en we niet al in een hete oorlog tussen Rusland en de NAVO zitten? Moet Rob Jetten niet eerlijk zeggen dat zijn pleidooien voor duurzame energie en energiebesparing geen alternatief zijn in de acute crisis van nu, maar hooguit een beetje voor later?
Het klinkt kil naar de Oekraïners (blijf ze vooral anti-tank raketten sturen) maar misschien moet die gaskraan toch openblijven. Ook Putin verdwijnt ooit van het toneel. Dan kunnen we het gas gebruiken als ‘transitiebrandstof’ tot we met kernenergie en andere duurzame energiebronnen de klimaatcrisis (Oh ja, de klimaatcrisis) echt te lijf kunnen. Want het is hoog tijd om geen energie meer te steken in de knop van de thermostaat en een warme solidaire trui.
Deze column is sinds 15 april 2022 ook te lezen op romagazine.nl