Slapend rijk worden is niet eerlijk

Ze poepen, piesen en kotsen in portieken en tegen de ramen. Ze zijn luidruchtig en onbeschaamd. Ze pikken onze woningen in, ontwrichten de buurt en ze brengen de stad niks op. Maar het ergste is: de buurman wordt slapend rijk van zijn woning. Van VPRO’s Tegenlicht viel geen juichverhaal over Airbnb te verwachten, maar het accent op de afgunst was zondagavond toch wel opmerkelijk.

Hoewel de nadelen van grootstedelijk toerisme en Airbnb in het bijzonder al eindeloos zijn opgesomd, werd het toch nog een informatieve uitzending. De verhuurders kregen de ruimte om te vertellen waarom Airbnb voor hen aantrekkelijk is, we zagen glunderende facilitators van hosting bedrijfjes en we zagen blije toeristen die op prachtige grachtenetages en woonschepen de ultieme Amsterdam Experience beleefden.

Ook kwamen oud-studenten aan het woord die plots de badkamer in ‘hun huis’ moesten delen met toeristen. En mensen van de beletages die het gevoel hadden niet meer buiten op hun stoep te kunnen zitten. We zagen bewoners die lastiggevallen werden of eigenlijk een beetje neerkeken op de verhurende woningeigenaren – ‘wij betálen de oppas voor de katten als we op vakantie zijn’.

Dat dedain had Quote redacteur Sander Schimmelpenninck tegenwoordig ook wel een beetje, maar hij vond het vooral niet eerlijk dat zijn ex-vriendinnetje van haar pa een woning had gekregen en van de verhuur nu riant kon rondkomen. En ten slotte waren er de onvermijdelijke rasechte Jordanezen – George en Frankie – voor wie de stad al lang de stad niet meer was.

Alles ging op de grote hoop, terwijl er toch wel iets voor te zeggen is om een paar dingen uit elkaar te houden. Om te beginnen zijn de schreeuwende en kotsende bachelor parties van vooral Engelse jongens en meisjes er al sinds de eerste budgetvluchten vanuit de UK, ze slapen vooral in hostels (of in uw portiek).

De gekte van grachtspringers, wafeleters en totaal verwarden is de keerzijde van ons softdrugsbeleid en niet van Airbnb. Ook ‘ze pikken onze woningen in’ is betrekkelijk. Het woningdistributiesysteem was allang vastgelopen en de tombola waarin nu een enkele gelukkige voor zevenhonderd per maand op een etage van drie ton mag wonen (en hem dus legaal of illegaal verhuurd) is ook verre van eerlijk.

De gevarieerde middenstand hebben we zelf om zeep geholpen sinds we een halve eeuw (!) geleden zijn begonnen onze boodschappen bij de supermarkt te doen. Op George en Frankie moeten we zuinig zijn. Hun plat Amsterdams betoog is inmiddels zeldzaam cultureel erfgoed dat in het Amsterdam museum thuishoort. Dat mensen rijk worden van particulier bezit kun je verwerpelijk vinden, maar het werd niet door Airbnb geïntroduceerd.

De meest eloquent geformuleerde bezwaren tegen Airbnb kwamen van Haarlemmerstraatbewoner Teunkie Van der Sluis (daar gaan we meer van horen!) En hij had eigenlijk ook de oplossing. Of Airbnb de gemeenschap netto geld kost, zoals hij uit Amerikaans onderzoek voor Amsterdam extrapoleerde, staat nog te bezien. Dat het sommetje nog eens kritisch gemaakt moet worden staat vast.

De gemeente moest volgens Teunkie vooral het convenant met Airbnb aanscherpen. Zestig dagen per jaar je eigen woning verhuren aan maximaal vier personen blijft toegestaan, maar dan wel controle daarop en verantwoordelijkheid daarvoor bij Airbnb zelf. De zogenaamde ‘softwarematige problemen’ die Airbnb aanvoert, kunnen ze heus wel oplossen. En bij illegale verhuur de ‘pluk ze’-wetgeving inzetten.

Het is geen oplossing voor alle problemen van een veranderende stad en de toeristische druk, maar voor het aandeel van Airbnb is het eigenlijk best simpel.

Bas van Horn

ROmagazine 22 september 2016