De opportunistische stadsmens of de emancipatie van het invalidenvervoer

De bevolking groeit, het platteland loopt leeg, een aantal steden vol. De stad laten uitdijen doen we niet, want iedereen op een kluitje is beter. Voor de weide en de vogels in het buitengebied, de ‘grootstedelijkheid’ in de stad, het draagvlak van voorzieningen in het algemeen en het openbaar vervoer in het bijzonder. Toch blijft er een probleem. Eigenzinnige stedelingen laten zich – als het even kan – niet collectief en geconcentreerd verplaatsen.

De auto is met behulp van hoge parkeertarieven, parkeerklemmen (!), parkeergarages en transferia teruggedrongen en verdwijnt op veel plekken uit (delen van) de binnenstad. De automobilist gaat voortaan uit eten op de foodstrip aan de rand van de stad, doet daar ook zijn inkopen bij de megastores en gaat er naar de bioscoop.

De fiets werd het alternatief en het nieuwe probleem van de binnenstad. In Rotterdam steeg het fietsgebruik de laatste tien jaar met 20% en in Amsterdam is de fiets sinds 2008 het meest gebruikte vervoermiddel binnen de ring. Veel fietsers bezitten meerdere exemplaren waarvan er doorgaans één ergens aan een paal staat met een lekke band. Een enorme groei van het aantal fietspaden, fietskelders, fietsflats en -stallingboten vermocht de problemen op straat niet verhelpen.

We kennen inmiddels risicovolle snelfietsroutes, fietsfiles en een gestaag groeiend aandeel elektrische fietsen die met hun snelheid en geruisloosheid de anderen verrassen, als ze al niet werden afgeleid door snorfietsen en scooters met een avontuurlijke rijstijl en soms onduidelijke status op de openbare weg. Verder staan de trottoirs en pleinen barstensvol geparkeerde fietsen die elkaar regelmatig als dominosteentjes aantikken en omkiepen.

In deze jungle kende één groep (afgezien van de bezitters van een elektrische auto met parkeerplaats en oplaadpunt) een bevoorrechte en kennelijk jaloersmakende status: de mindervalide medemens. Kende, want die positie staat onder druk. Gereserveerde parkeerplaatsen worden zelfs al verdedigd met de prachtige slogan: ‘neemt u mijn parkeerplaats? Neemt u dan ook mijn handicap?’

Daarnaast speelt nog iets anders. De vergrijzing komt met gebreken en daarmee nam het aantal scootmobielen, brommobielen en ander aangepast individueel vervoer toe. Dat moet menig opportunistisch stadsmens op een idee gebracht hebben, want inmiddels zijn deze vervoermiddelen niet langer voorbehouden aan daadwerkelijk gehandicapte mensen, maar maken ook anderen dankbaar gebruik van de privileges die dit soort vervoer met zich brengen.

Brommobielen in het algemeen mogen niet op de stoep parkeren, maar voertuigen die voldoen aan de wettelijke voorschriften voor gehandicaptenvervoer wel. Er bestaat ondertussen een enorme verscheidenheid aan merken en modellen die soms wel en soms niet op de stoep mogen en zich uiterlijk niet meer als invalidenvoertuig profileren.
De fabrikanten kiezen voor nieuwe doelgroepen die al of niet gehandicapt kunnen zijn. Ik noem de modellen Microcar MC Campus en de Mango Mini Hummer. U kunt dat zien als inspelen op calculerend en hufterig gedrag van stadsverkeersdeelnemers, maar het is wat mij betreft ook een blijk van de emancipatie van gehandicapten.

Steeds minder mensen hebben kennelijk de behoefte zich van gehandicapten te onderscheiden als het om individueel vervoer gaat. Het zal dus niet lang meer duren voordat er alleen nog mee op de stoep geparkeerd kan worden als er een duidelijk zichtbare sticker ‘op medische indicatie’ achter de ruit geplakt zit.

Ja, daar hebben ze op het platteland allemaal geen last van en gelukkig hebben de koeien en de vogels dankzij de verdichte stad alle ruimte.

Bas van Horn

Deze column werd eerder geplaatst op 15 juni 2016 in ROMagazine.nl