De minister bepaalt

Weer een VVD’er die het ‘Groene Licht ‘gezien heeft. Na Ed Nijpels en Pieter Winsemius is er nu Johan Remkes. Ooit mocht ik zijn speeches tikken toen hij als staatssecretaris van Wonen een minister van Milieu (Jan Pronk, ook dat nog) boven zich moest dulden. Nu is hij zelf de held van groen: ‘Geen trucs meer, we moeten echt iets doen aan het neerslaan van stikstof in de natuur!’

Het gaat allemaal om de Natura 2000-gebieden, waar we ons aan Europa verplicht hebben om alles te doen wat in ons vermogen ligt voor instandhouding van de biodiversiteit. Want zo zit het: we hebben zelf gebieden aangemeld, we hebben ze zelf onder onze Natuurwet geplaatst, zelf criteria voor vergunningen opgesteld en zelf een beheerplan laten opstellen. We kunnen desnoods onze prioriteiten ook zelf herschikken, maar daar hebben we het liever niet over.

’We hebben de Natura-2000 zelf aangemeld’

Na het negeren van waarschuwingen vanuit Europa was het onze eigen Raad van State die een streep trok. Of het nu gaat om vliegen en rijden, het bouwen tegen het woningtekort of de aanleg van nieuwe natuur: extra stikstof op de hei, het duin en arme zandgronden is uit den boze. Met de mantra ‘er zijn geen taboes’, bereid het kabinet de geesten voor op het volgen van de aanbevelingen van Remkes.  Alles is bespreekbaar. Selectief ingrijpen in de veestapel en zelfs het terugdraaien van de 130 kilometer per uur.

Middeleeuwse aanslag
Wat we daarmee beschermen is eigenlijk het resultaat van aantasting van de natuur door onze verre voorouders. De Middeleeuwen kenden perioden van sterke bevolkingsgroei. Het bos werd gekapt om te bouwen en te stoken, te veel schapen en koeien graasden de boel kaal en boeren plagden het land af voor bemesting en het voeren van de dieren in de winter. Het resultaat: schrale gronden, zandverstuivingen met een enkele boom. Desolate plekken waar je beter niet kwam, tot ze in de late Romantiek van de negentiende eeuw werden verheerlijkt.

Naast de romantische gevoelens die natuurliefhebbers sinds het begin van de natuurbeweging koesteren, is de biodiversiteit tegenwoordig een belangrijke reden om voor behoud en versterking van traditionele landschappen te ijveren. Een heel scala aan planten en dieren gedijt alleen op arme gronden. Stikstof is pure mest en zorgt ervoor dat veelvoorkomende soorten de zeldzame verdringen. Dat is aantasting van de biodiversiteit en dat mag niet.

’Hoe erg is het eigenlijk dat bepaalde soorten verdwijnen’

Of de voorgenomen maatregelen genoeg zullen zijn, valt moeilijk te bepalen. Wanneer heeft het afnemen van een populatie kamsalamanders een kritische grens bereikt? Welke orchidee is waar cruciaal? Het verschilt van plek tot plek en vraagt overal uitgebreid onderzoek door experts van gespecialiseerde adviesbureaus. En dan de vraag die televisiefilosoof Bas Haring opwierp: hoe erg is het eigenlijk als bepaalde soorten verdwijnen? Dat was natuurlijk vloeken in de natuurkerk, maar wel het soort vraag dat misschien te weinig wordt gesteld.

Deskundigen en pleitbezorgers
Het probleem met natuur en milieu is dat de deskundigen ook meteen de belangenbehartigers en ideologen zijn. Dat mocht ook de ponyboer en staatssecretaris Henk Bleker ervaren toen hij bijna tien jaar geleden vond dat de Nederlandse natuur wel wat meer toegankelijk zou mogen worden voor de recreant. En dan toegankelijk inclusief voorzieningen. Want de natuur is mooi, maar je moet er wel iets te drinken bij hebben, zoals de dichter Willem Kloos gezegd zou hebben. Hoon van de grootgroenbezitters en hun deskundigen was zijn deel. Hij had er geen verstand van en moest zich er beter niet mee bemoeien.

’Nederland heeft anderhalf keer zoveel Natura 2000-gebieden als Frankrijk’

Iets vergelijkbaars speelt nu ook, maar dan erger. Nu zijn de afwegingen van de milieudeskundigen niet alleen verstopt in beleidsstukken en beheerplannen, maar ook nog eens achter juridificering en ‘Europa’. Een echte weging van belangen vindt niet meer plaats. De Raad van State heeft gesproken, de natuur het laatste woord. Tenzij we nog eens goed kijken naar onze Natura 2000 gebieden. Want dat achterdeurtje laat Remkes op een kier.

Geen appels met peren vergelijken
Wij zelfbenoemde gidslanders zouden niet goed voor onze Natura 2000-gebieden zorgen, maar we hebben er dan ook best veel. Nederland heeft er honderdzestig aangewezen. Frankrijk telt er honderdachtenzeventig. Gecorrigeerd voor oppervlakte en bevolkingscijfer heeft Nederland – volgens een heel rechtse website – bijna anderhalf keer zoveel Natura 2000-gebieden.

Ik zeg niet dat het te veel is, maar wel dat we geen appels met peren moeten vergelijken. Dat we bij onze prioriteiten rekening mogen houden met de specifieke omstandigheden van ons dichtbevolkte en toch nog altijd heel leefbare land. Het terugdraaien van een aanwijzing is blijkbaar niet eenvoudig, want vaker mislukt. Maar het kan. In de Wet natuurbescherming staat in hoofdstuk twee over de Natura 2000 gebieden in artikel 2.1 lid 7: ‘onze minister kan een besluit als bedoeld in het eerste lid (de aanwijzing) wijzigen of geheel of gedeeltelijk intrekken.’ Niks Europa of Raad van State. Het is gewoon de minister die bepaalt.

Bas van Horn

Deze column verscheen op 2 oktober 2019 bij ROmagazine.nl